Wat doet de Dierenambulance?

De stichting Dierenambulance Nijmegen (DAN) helpt individuele dieren in nood. Gemotiveerde vrijwilligers staan dag en nacht klaar voor de hulpverlening. Voor de directe hulpverlening beschikt de DAN over vier ambulances en de daarbij behorende hulpmiddelen (EHBO-materiaal, vangmiddelen enz.), een rubberboot en een paardentrailer. Daarnaast heeft de DAN diverse opvang- en revalidatiefaciliteiten, waaronder een vogelasiel en een opvang kleine zoogdieren. De coördinatie van de hulpverlening gebeurt vanuit de basispost in Nijmegen

HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN/DIEREN IN NOOD 

Elk dier dat hulpbehoevend is, kan rekenen op de DAN. EHBO, opvang, revalidatie, dierenarts, grootbrengen en uitzetten behoren tot de mogelijkheden. De DAN probeert het betrokken dier zo snel mogelijk te helpen.  Het dier wordt ter plaatse geholpen en/of naar de dierenarts vervoerd.

INHEEMSE DIEREN

Alle inheemse beschermde dieren, zoals kleine zoogdieren en vogels, worden door de DAN zelf opgevangen. Daartoe zijn de door het ministerie van EL&I vereiste vergunningen bij de DAN aanwezig. De DAN is op 11 april 2008 aangenomen als lid bij het VOND (Vereniging Opvang Niet-gedomesticeerde Dieren).

ZWERFDIEREN

De DAN is voor de gemeente Nijmegen, Beuningen, Beek Ubbergen, Druten, Gennep, Groesbeek, Heumen, Mook, en Millingen aan de Rijn officieel het centrale meldpunt voor gevonden en vermiste huisdieren. De DAN houdt hiervan een registratie bij. Een gevonden huisdier is een ‘gevonden voorwerp’. De bovenstaande gemeentes hebben besloten dat niet meer de politie deze taak van registratie uitvoert, maar de DAN. Dit houdt in, dat indien een inwoner in Nijmegen, Beuningen, Druten, Beek-Ubbergen, Gennep, Groesbeek, Heumen, Mook, Millingen aan de Rijn een huisdier vindt, dit aan de DAN zal moeten melden. Mocht u toch bij de politie zwerfdieren melden, of andere gevallen waar dieren bij betrokken zijn, dan verwijst de politie u direct door naar de DAN. Samen met het dierenasiel zal zo spoedig mogelijk de eigenaar opgespoord worden.

Uilskuikens op de stoep, een ree vast in een hek, een egel in de vijver, een vleermuis achter de gordijnen, een aangereden hond…  gemiddeld 50 tot 70 maal per etmaal wordt de Dierenambulance benaderd voor dieren die hulp nodig hebben.

Het gaat vrijwel altijd om problemen, waar mensen op de een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, zoals verkeer, zwerfafval, milieuaantasting etc.

Dierenleed laat vrijwel niemand onberoerd, dus ieder dier moet geholpen worden. Dit is tegenwoordig, sinds september 1996 zelfs verplicht. Artikel 36 van de Gezondheids – en Welzijnswet voor dieren bepaalt dat ‘iedereen verplicht is een hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen’.

Maar hoe help je een aangereden, agressief blazende kater, die zich onder de struiken verborgen heeft? Of een jonge reiger, die je midden op straat tegen komt. Wat moet je met een per ongeluk verstoord nest jonge egels, een jong vogeltje, een verlamde Sint Bernhard op tienhoog, een zwaan in de middenberm van de snelweg of een ekster in de open haard?

Vrijwel iedereen weet in dit soort gevallen de Dierenambulance te vinden. Vaak is een telefonisch advies voldoende om in te schatten wat de beste aanpak is. Soms kan een probleem worden doorgespeeld aan een gespecialiseerde instantie, een dierenarts of een boswachter. Als er echter meteen geholpen moet worden, staan zo’n 60 medewerkers 24 uur per dag klaar. Met de hulp van drie volledig uitgeruste ambulances, een rubberboot, een paardentrailer, een basispost en diverse opvangfaciliteiten (o.a. een vogelasiel en een opvang voor kleine zoogdieren) kan er snel en doeltreffend geholpen worden.

Het gaat vrijwel altijd om problemen, waar mensen op de een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, zoals verkeer, zwerfafval, milieuaantasting etc.

Dierenleed laat vrijwel niemand onberoerd, dus ieder dier moet geholpen worden. Dit is tegenwoordig, sinds september 1996 zelfs verplicht. Artikel 36 van de Gezondheids – en Welzijnswet voor dieren bepaalt dat ‘iedereen verplicht is een hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen’.

Huisdieren
Ongeveer de helft van de activiteiten van de DAN heeft betrekking op huisdieren, zoals hulpverlening bij ongevallen, vervoer naar een dierenarts, hulp aan dieren in nood, vervoeren van zwerfdieren, achterhalen van de eigenaar van zwerfdieren, herplaatsen van zwerfdieren (alle dieren met eigenaar, behalve honden en katten), nazorg bij overleden huisdieren (bemiddelen bij crematie of begraven, afvoeren van overleden dieren) (zie ook onder activiteiten DAN).

Inheemse dieren
De andere helft betreft inheemse dieren: verkeersslachtoffers, olieslachtoffers, draadslachtoffers, raamslachtoffers, voor veel dieren is het leven in en om de stad geen lolletje. De ruimte voor in het wild levende dieren wordt steeds kleiner, steden en dorpen breiden uit, natuurgebiedjes worden opgeofferd. Veel dieren wijken daarom noodgedwongen uit naar de stad. Honderd jaar geleden was de merel een schuwe bosvogel, nu ziet u hem in alle tuinen.

Onze menselijke omgeving zit voor dit soort dieren vol ‘onnatuurlijke’ gevaren, denk maar aan verkeer, allerlei obstakels, zwerfvuil waarin ze verstrikt raken, milieuvervuiling, aantasting van leefgebieden enz. We worden dus regelmatig geconfronteerd met de slachtoffers van onze menselijke samenleving; dierenleed laat slechts weinigen onberoerd, zodat de Dierenambulance Nijmegen (DAN) dag en nacht benaderd wordt om deze dieren te helpen. Soms kunnen dieren ter plaatse geholpen worden (Bijvoorbeeld het bevrijden van een verstrikte reiger). Zijn de verwondingen zo zwaar dat herstel uitgesloten is, dan wordt zo’n dier door de dierenarts geëuthanaseerd. Vaak echter is een dier uitgeput door voedselgebrek, is ziek of minder zwaar gewond. Als zo’n dier een reële kans heeft op herstel en daarna weer volwaardig kan functioneren in de natuur, probeert de DAN het dier die kans te geven.